Haal meer uit gras met onze producten
Meer gras is meer melk. Door een hogere grasopbrengst van betere kwaliteit kunnen de kosten voor krachtvoer worden verlaagd. En dat betekent meer melk en een hoger rendement.

 

  • Onkruidbestrijding in grasland: Cirran
  • Beste start bij graslandvernieuwing: Kyleo
  • Laat gras sneller groeien: SmartGrass

Meer gras meer melk
Haal als melkveehouder het maximale rendement uit uw grasland.
• Bestrijd onkruiden op tijd
• Laat gras sneller groeien                 

 

 

Mijn doel is met SmartGrass meer rendement te behalen

Wilbert Janssen - veehouder in Nederasselt

Wilt u meer informatie over onkruidbestrijding in grasland? Laat dan hier uw gegevens achter

"*" geeft vereiste velden aan

By selecting the checkbox above, you are agreeing Nufarm can send you relevant Marketing Communications. You are able to unsubscribe at any time, by updating your preferences. Learn more

I agree to receive marketing Communications from Nufarm*
Meer gras meer melk

Haal als melkveehouder het maximale rendement uit uw grasland

Aanvraag SmartGrass folder

Testimonials SmartGrass

Ton van Herpen

TESTIMONIAL

Frank Maes

TESTIMONIAL

Wilbert Janssen

TESTIMONIAL

Jacco Wink

TESTIMONIAL

Graslandonkruiden

Boterbloem

Ranunculus spp.
Er zijn diverse soorten boterbloemen.Denk aan de scherpe, kruipende, en behaarde boterbloem.Door de onaangename smaak, laat vee boterbloemen staan. De groene plant, maar nog meer uitgesproken de bloemen en de vruchten van o.a. de scherpe en de knolboterbloem, zijn giftig voor runderen en paarden. Deze onkruiden bevatten ranunculine, die ontstekingen in het maagdarmkanaal veroorzaken. Bloeiperiode vanaf april tot de zomer.

Berenklauw

Heracleum sphondylium
De berenklauw is een imposante plant, die meer dan 1 m groot wordt en bloeit van juni tot oktober. De berenklauw bevat veel kali, waardoor het evenwicht van de mineralen in de veevoeding verbroken wordt.

Brandnetel

Urtica spp. 
In Nederland komt de grote brandnetel (Urtica dioica) en de kleine brandnetel (Urtica urens) voor. Brandnetels groeien goed op humusrijke grond. Voor de tong van een koe zijn de brandharen van de brandnetel onplezierig. Daarom eet een koe geen brandnetels. 

Distel

Circium spp.
Akkerdistel is de meest voorkomende distelsoort. Andere distelsoorten, zoals speerdistels en kale jonker kunnen plaatselijk voorkomen. De akkerdistel vermenigvuldigt zich voornamelijk door ondergrondse uitlopers en is mede daardoor het moeilijkst te bestrijden. Distels zijn laatkiemers; ze kiemen meestal pas vanaf mei. Het meest ideale moment om distels te bestrijden is daarom tijdens de meimaand. Vee vermijdt de distels. 

Groot hoefblad

Petasites hybridus
Groeit voornamelijk in vochtig weiland. Groot hoefblad verstikt met zijn groot en dicht bladerdek alle gras en wordt niet door het vee gelust. 

Herderstasje

Capsella bursa-pastoris
Herderstasje is een van de meest voorkomende onkruiden in nieuw aangelegde weiden. De rechtopstaande plant (een-of tweejarig). kan 60 cm hoog worden. Herderstasje is winterhard en heeft een penvormige wortel. De plant bloeit van maart tot september. 

Jacobskruiskruid

Senecio jacobea
Jakobskruiskruid bevat jacobine. Deze stof is giftig voor paarden en in mindere mate ook voor runderen en schapen. Het grootste gevaar schuilt in hooi en kuilvoer, waarbij de dieren ongemerkt het giftige jakobskruiskruid opnemen. De plant komt steeds vaker voor in de Nederlandse wegbermen en van daaruit in de weilanden.

Melkdistel

Sonchus spp.
De gewone, de akker- en de ruwe melkdistels zijn de meest voorkomende melkdistels in onze contreien. De jongste jaren vormen melkdistels een steeds groter probleem. De melkdistels kunnen onderscheiden worden aan de hand van bloemafmeting, bladvorm, wortelvorm en vorm en kleur van de bladeren. Melkdistels zijn moeilijker te bestrijden dan echte distels. 

Paardebloem

Taraxacum officinale
De gele kleur van paardenbloemen kleuren vaak al in april bermen en weilanden. Paardebloemen komen massaal voor in ijle graszoden. De penwortel groeit diep de grond in. De bekende plusbol bevat zaden die door de wind verspreid worden. Ook uit deeltjes van de penwortels kunnen nieuwe planten ontspruiten. Het vee eet paardebloemen maar deze planten zijn waterrijk en weinig productief. 

Russen

Juncus spp.
Pitrus, biezeknoppen en de zeegroene rus zijn de meest voorkomende russen. Op de overblijvende wortelstokken onstaan nieuwe stengels, waardoor de bossen steeds groter worden. Ze worden niet door de runderen gegeten en verdringen hierdoor de betere grasvegetatie. 

Vogelmuur

Stellaria media
Vogelmuur is een eenjarige plant die een jaar door, van januari tot december, kan bloeien. De plant is vaak wijdvertakt, maar heeft slechts een wortelstelsel. Vogelmuur groeit door onder koude en winterse omstandigheden en levert daardoor al vroeg in het voorjaar problemen op. Het meest aangewezen ogenblik om muur te bestrijden is daarom in de herfst zodat het gras zich ten volle kan ontwikkelen op de vrijgekomen plaatsen. 

Weegbree

Plantago spp.
In de weegbree familie komen verschillende soorten voor. Bekend zijn de smalle weegbree en de grote weegbree. Door de vlezige bladen kunnen ze goed tegen betreding. Dat zie je bijvoorbeeld op plekken die veel betreden worden en waar uiteindelijk alleen nog weegbree staat. Ze nemen de plaats in van het gras en brengen weinig en waterrijk voedsel voort. 

Zuring

Rumex spp.
Zuring groeit vooral op zure grond. Er zijn meer dan 400 soorten. De meest bekende is de imposante ridderzuring, met bovendien een stevig wortelstelsel, maar ook de krulzuring en de schapenzuring kom je in grasland tegen.