Rupsen in kool zorgen voor veel schade. Meer telers kiezen voor de inzet van biologische middelen die natuurlijke vijanden sparen.
Rupsenbestrijding in de koolteelt
Iedere koolteler kent het beeld van vraat van vervuiling door rupsen. Het heeft een enorme impact op de opbrengst maar wellicht nog meer op de kwaliteit van het eindproduct. Natuurlijk wil de consument het liefst een zo duurzaam mogelijk geteeld product. Tegelijkertijd wil het ook een product van goede kwaliteit. Zeker is dat er op dit moment flinke verschuivingen zijn in de aanpak van de rupsenbestrijding.
Rupsen: soorten en cyclus
De meest voorkomende rupsen zijn het koolwitje (groot en klein) en de koolmot. De levenscyclus van rupsen (of misschien beter gezegd vlinders) gaat als volgt. Vrouwtjesvlinders proberen zo veel mogelijk eieren te leggen. Dat doen ze veelvuldig op de onderkant van koolbladeren. Maar ook op wilde planten. Vooral het herderstasje is populair. Uit de eitjes komen rupsen (zowel mannetjes als vrouwtjes). Een aantal van deze rupsen, verpoppen en groeien uit tot een nieuwe generatie vlinders. De eerste generatie vlinders legt vanaf ca. april eitjes. De cyclus van ei tot vlinder herhaalt zich vervolgens een aantal malen.
Rupsen biologisch bestrijden
Dankzij onder andere pyrethroïden waren rupsen altijd relatief makkelijk te bestrijden. Maar steeds meer chemische middelen verdwijnen uit het pakket en ook wordt er kritischer naar dergelijke middelen gekeken vanuit retail en consument. En ook telers streven naar een zo duurzaam mogelijke aanpak. Dit betekent dat zij op een andere manier met de bestrijding aan de slag gaan. Het is daarbij slim om ‘de natuur’ zo effectief mogelijk in te zetten. Zo zijn veel vogels gek op rupsen. Maar er zijn ook diverse nuttige insecten die een handje helpen bij het beheersen van de rupsendruk. Denk bijvoorbeeld aan loopkevers of sluipwespen die op geen enkele manier schadelijk zijn voor de koolteelt.
DiPel DF, staat voor slim biologisch
Dipel DF is een biologisch middel op basis van de bacterie Bacillus thuringiensis kurstaki die van nature in de bodem voorkomt en wordt gezien als een effectieve rupsendoder. Rupsen die vreten van het blad met daarop het toegepaste middel, sterven kort daarna. Dankzij maar liefst vier toxines is de kans op resistentie vrijwel uitgesloten. Een ander belangrijk voordeel is dat natuurlijke vijanden gespaard blijven en dus ook na de bespuiting hun belangrijke werk kunnen blijven doen. Slim biologisch want al deze eigenschappen passen in de huidige visie op plaagbestrijding. Bijkomend voordeel is dat nog wel beschikbare middelen (denk aan Spinosad en diamiden) bewaard kunnen worden voor de bestrijding van wittevlieg en trips. Ook dit maakt dat DiPel DF mag rekenen op een toenemende belangstelling van kooltelers en adviseurs.
Meer informatie over toepassing en etiket
Bezoek vooral onze informatieve productpagina Dipel DF.
Voor advies kunt u contact opnemen met uw adviseur van gewasbeschermingsmiddelen.